
Impressionistisch
Impressionistisch schilderen betekent het vastleggen van een snelle, vluchtige indruk door middel van korte, zichtbare penseelstreken en de nadruk op licht en kleur, vaak door buiten te werken. Het richt zich op het vangen van de sfeer van het moment in plaats van gedetailleerde weergave, met onderwerpen als landschappen en alledaagse taferelen.
Kenmerken van impressionistisch schilderen
- Licht en kleur: Impressionisten focusten op het veranderende effect van licht en kleur op bepaalde momenten van de dag en legden dit direct vast, soms door hetzelfde onderwerp meerdere keren te schilderen, zoals Claude Monet met de Kathedraal van Rouen deed.
- Penseelstreken: Ze gebruikten korte, snelle en zichtbare penseelstreken die niet werden gemengd op het doek. Dit zorgde voor een suggestie van beweging en een onscherp, levendig beeld.
- Open compositie: Schilders creëerden een gevoel van spontaniteit en beweging met open composities, waarbij soms onverwachte visuele hoeken werden gebruikt.
- Werk in de open lucht (en plein air): Veel schilders trokken naar buiten om de directe invloed van zon en weersomstandigheden te ervaren en vast te leggen.
- Onderwerpen: In plaats van historische of mythologische taferelen, kozen impressionisten vaak voor scènes uit het 'moderne leven', landschappen, tuinen en alledaagse situaties.